dinsdag 21 februari 2012

ISO: voor- en nadelen

Fotografie komt neer op het vastleggen van de reflectie van licht dat op het onderwerp valt. Door de sluitertijd en het diafragma te controleren is er controle over de hoeveelheid licht die op de sensor valt.

Er is echter nog een derde factor, de ISO waarde. In de tijd van de filmrolletjes kon een fotograaf een rolletje gebruiken dat lichtgevoeliger was. Hiermee is het mogelijk om bij dezelfde instellingen v.w.b. diafragma en sluitertijd een lichtere foto te krijgen. De lichtgevoeligheid van de rolletjes werd meestal in ASA uitgedrukt, soms in DIN. ASA is gelijk aan ISO en die laatste term is nu de standaard (!).

Bij filmrolletjes met een hogere ISO bestond het lichtgevoelige materiaal uit iets grovere korreltjes. Dit was in het eindresultaat ook zichtbaar, zeker bij hoge ISO waarden: het is wat korreliger.

Bij de huidige digitale camera's werkt het anders. De beeldsensor vangt het beeld dat de lens doorlaat. Dit beeld wordt opgeslagen op een geheugenkaart, maar als tussenstap kan de camera het beeld nog bewerken. Eén van de bewerkingen is het veranderen van de lichtgevoeligheid van de sensor door het signaal elektronisch te versterken. Bij Nikon is de standaardwaarde (de "native ISO") voor ISO 200. Wordt een hogere waarde ingesteld dan wordt het waargenomen beeld lichter gemaakt, wordt een lagere waarde ingesteld, dan wordt het beeld donkerder gemaakt.

In het analoge tijdperk had een fotograaf die bijvoorbeeld in een kerk een trouwerij wilde vastleggen een rolletje met hoge ISO nodig. Voor de rapportage buiten echter was dit niet nodig. Dus rolletje deels niet gebruiken, nieuw rolletje met lage ISO erin of twee camera's gebruiken. Een groot voordeel van de digitale camera's is dat er per foto ingesteld kan worden wat de ISO moet zijn.

Net als sluitertijd is de ISO waarde makkelijk te doorgronden. ISO 200 is twee keer zo lichtgevoelig als ISO 100. ISO 1600 is 16 keer lichtgevoeliger dan ISO 100. Rechttoe rechtaan logica.

De toepassing zal duidelijk zijn. Neem Indoor Sportfotografie: snel bewegend beeld, weinig licht. Zelfs met het diafragma wagenwijd open en de sluitertijd op snel (1/1000e seconde of nog sneller) moet de ISO instelling fors omhoog om geen hele donkere foto te krijgen. ISO 1600 of nog hoger is nodig. Maar dat zit bijna standaard op alle huidige camera's dus er lijkt geen vuiltje aan de lucht.

Helaas. Hoge ISO heeft een groot nadeel. Bij het elektronisch versterken van het beeld wordt ook de ruis die in iedere opname zit meeversterkt en dat zie je. En hoe hoger de ISO hoe groter dit effect wordt. Vergelijk de volgende 7 opnamen van een rij stripboeken, met steeds hogere ISO. Ter informatie heb ik er ook bijgezet wat de sluitertijd was.

Deze opnamen zijn gemaakt met een Nikon D300s en 18-200 mm lens, diafragma f/7.1, vanaf statief, zelfontspanner gebruikt om alle trillingen uit te sluiten.

Er zit aan de rechterzijde van deze samengestelde foto veel minder detail en veel meer ruis dan in het linkerdeel. Met name in het bovenste deel, boven de boeken en in de schaduw van de boekenplank erboven is het goed zichtbaar. Het is typerend voor donkere delen dat daar de meeste ruis ontstaat.

TIP 1: gebruik zo laag mogelijke ISO waarde

TIP 2: liever meer ruis dan een bewogen/mislukte opname.

Concreet: als ISO 1600 of nog hoger nodig is om in onder lastige omstandigheden een niet bewogen opname te maken, dan moet de extra ruis voor lief genomen worden.

Standaard stelt de camera de ISO zelf in (Auto ISO). Dat betekent dat de camera bepaalt wat een goede ISO waarde is. Het toestel zal proberen een gemiddeld belichte foto te maken van iedere opname die gemaakt wordt. Soms zal hierdoor de camera extreem hoge ISO waarden instellen. Beter is natuurlijk om hier zelf de controle over te houden. Dit kan op verschillende manieren. Er zijn standaard de volgende mogelijkheden:
  1. Volledig automatische ISO, de camera bepaalt alles zelf. 
  2. Volledig handmatig. Wordt bijvoorbeeld een ISO van 200 ingesteld (lekker weinig ruis) dan zullen alle foto's met deze instelling gemaakt worden totdat het gewijzigd wordt. Dit kan eenvoudig per foto, er zit een ISO knop op het toestel, maar dan moet daar wel aan gedacht worden.
  3. Halfautomatisch. Het is mogelijk om automatische ISO in te stellen en tegelijk een maximum aan te geven. Ik heb dit in het begin een tijdje gebruikt maar ben toch overgestapt op de volledig handmatige optie voor meer controle. Welke waarde nog acceptabel is hangt helemaal van de camera af, maak zelf ook een keer een serie proeffoto's met alle mogelijke ISO-waarden en zorg ervoor dat er een donker deel (schaduw is ideaal) in de foto zit.
Zelfs hele eenvoudige compactcamera's hebben vaak dezelfde opties m.b.t. ISO.

TIP 3: probeer voor de eigen camera uit wat het effect is van hogere ISO instellingen.

TIP 4: gebruik nooit de volautomatische ISO instelling.

Dure spiegelreflex systemen beschikken vaak over Beeldstabilisatie. Compactcamera's hebben dit niet, maar vanuit marketingoogpunt wordt er geschermd met dingen als eVR: een elektronische variant. Dat is niet meer dan het automatisch verhogen van de ISO zodat de sluitertijd kort blijft en de opname niet bewogen wordt. Als je nergens over na wilt denken, niets wilt instellen en klik-klak-klaar wilt dan is dat prima. Wil je echter beter dan gemiddelde foto's maken, gebruik het dan niet.

Er is een groot verschil tussen de verschillende camera's op het gebied van ISO. Hoe duurder de camera hoe beter hij met hogere ISO waarden zal omgaan. Hoe groot dat verschil is en hoe dat komt is voor een volgende keer.

Bedankt weer voor het lezen.

Robert van Brug





1 opmerking:

  1. Net wat je schrijf, dan maar een beetje ruis maar wel een goed uitziende foto..;-) al is die dan vol ruis spikkeltjes...

    De foto laat wel goed zien wat er gebeurt.

    Groetjes Von

    BeantwoordenVerwijderen